Wat is de betekenis van Tjetten?

(1915) (mar.) verven. Van het Maleise 'ngetjèt'. • Zaterdagmorgen vroeg kwamen de sloepen van de „Sumatra” langszij en begon men met prijzenswaardigen moed te tjetten. Dit ten eerste omdat onze Marine daar nooit een gelegenheid toe laat voorbij gaan, ten tweede omdat het nu, vlak voor den grooten dag een heel bizonderé...

tjetten - Werkwoord 1. (ov) (scheepvaart) in de verf zetten ♢ Na het breeuwen kan de scheepshuid getjet worden. tjetten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van tjetten ♢Wij tjetten ♢Jullie tjetten ...

Tjetten - (mar.) verven. De matrozen waren het luikhoofd aan het tjetten. Uit het Mal. Awas tjet baroe = pas op, pas geverfd!

(tjette, heeft getjet), verven, schilderen.