Wat is de betekenis van Titanisch?

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Titanisch

bn & bw als van titanen of een titan, reusachtig, bovenmenselijk.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Titanisch

reusachtig

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Titanisch

bn. bw., 1. in de titanen zijn oorsprong vindende: het boze (titanische) en het goede (Dionysische) principe: 2. als een titan, als van een titan: titanische gebaren; 3. reusachtig, geweldig groot: een titanisch werk.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

titanisch

(als) v. e. Titan, geweldig, reusachtig, bovenmenselijk.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

titanisch

bn., bw. (reusachtig, geweldig groot); een titanisch geweld; een titanische arbeid of een: titansarbeid, m. (reuzenwerk).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

titanisch

(ti'ta:nis) bn. en bw. 1. van, eigen aan, behorende tot, betreffende de titanen. 2. reusachtig, geweldig.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Titanisch

bn. en bw., reusachtig, geweldig groot: een titanisch werk.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Titanisch

Titanisch - bn. bw. reusachtig, geweldig groot.