Wat is de betekenis van tiptop?

prima. prima, uitstekend; in orde. Voorbeelden: 'Hoe zag die man eruit?' vroeg Blok. 'Recht als een kaars,' snikte vadertje, 'geen spetje, geen smetje, alles tiptop.' Willem Brakman, Een weekend in Oostende, 1982 Tiptop gekleed in zwarte leren jas betrad de coach de grasmat. NRC, 1994

1) (1906) (< Eng.) fijn, uitstekend; van de bovenste plank. • Hij was steeds keurig gekleed, zelfs bij Januarihitte. ‘Tiptop-gentleman’ noemden hem zijn vrienden en wanneer bij bijzonder feestelijke gelegenheden de halve bevolking van het dorp ‘aan de spree’ raakte, wist hij het decorum te bewaren. (Groot Nederland....

1. fotostudio van een keten, waarvan de eerste in de Kalverstraat te Amsterdam was gevestigd, die met het reclamewoord tiptop hun snel vervaardigde pasfoto’s aanprees: We hadden beter naar een tip-top kunnen gaan. Daar klim je desnoods op een bloementafeltje en roets, het is gebeurd, V. MARXVELD 82;2. foto uit zo’n studio: Ik ben benieu...

[Eng. = bovenste beste, eerste klas, prima] bn van de bovenste plank; onberispelijk, keurig (bijv. gekleed).

volkomen in orde; uitstekend

in orde, keurig

I. hoogste top(je); toppunt, crème; II. prima, bovenste beste, eerste klas; III. opperbest.

I. (Eng.), bn. bw., uitstekend, prima: het is tiptop in orde; deze uitgave is wederom tiptop. II. m. (-pen), (niet alg.) 1. fotografisch atelier dat snel pasfoto’s vervaardigt: we zijn nog gauw naar een tiptop gerend; 2. foto die in het onder 1. genoemde atelier gemaakt is: de tiptop van Connie is wel aardig.

('tip) [Eng. hoogste punt] A. bn. en bw. uitstekend, perfekt: alles in orde! B. m. (-pen) I. Eig. [reklamewoord tiptop A]. 1. oorspr. benaming van een fotografisch atelier te Amsterdam dat vlug foto’s afleverde. 2. Algm. dergelijk atelier. II. Metn. snel vervaardigde foto.