Wat is de betekenis van Tinnitus?

2024-04-23
Woord van de week

Team taaladvies (2023)

tinnitus

Vorige week werd in Vlaanderen het eerste jongerenplatform over tinnitus gelanceerd. Tinnitus of oorsuizen is een gehooraandoening waarbij je in een of beide oren ruis-, fluit-, brom- of pieptonen hoort die je omgeving niet kan waarnemen. De kwaal kan onder meer ontstaan door langdurige en herhaalde blootstelling aan lawaai. Tinnitus is een verkort...

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

tinnitus

oorsuizen. aandoening waarbij een aanhoudend geluid, bijvoorbeeld gesuis, gepiep of gebrom, alleen door iemand zelf wordt waargenomen; het horen van een fantoomgeluid; oorsuizen. Wordt ook weleens de muzikantenziekte genoemd, hoewel niet alleen muzikanten er last van hebben. Voorbeelden: Verontrustende cijfers: een op de tien...

2024-04-23
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

tinnitus

betekenis oorsuizen uitspraak [tin-nie-tus] citaat "Open en eerlijk vertelde onlangs een moeder van twee jonge kinderen (...) het verhaal van haar aanstaande euthanasie door een arts van de Levenseindekliniek. (...) Deze vrouw (47) leed aan extreme tinnitus." Bron: De gekozen dood is niet altijd een dokterstaak (Ton Vink, Medisch Contac...

2024-04-23
Natuurdiëtisten Nederland

Marijke de Waal Malefijt (2020)

Tinnitus

Tinnitus is het waarnemen van een piep, brom, fluit, suis of ander geluid in het hoofd, of in één of beide oren, zonder dat er een externe geluidsbron aanwezig is. Tinnitus wordt ook wel oorsuizen genoemd. Wat men hoort bij oorsuizen wordt meestal aan de hand van omgevingsgeluiden beschreven: het zoemen van elektriciteitsdraden, het r...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tinnitus

tinnitus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) oorsuizen

2024-04-23
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

tinnitus

(uitspraak: TIN-nie-tus) Zie (ook) oorsuizen

2024-04-23
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Tinnitus

(m.), → oorsuizen

2024-04-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Tinnītŭs

ūs, m. het klinken, weerklinken, kletteren, gerammel (overdr., van de rede).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

tinnitus

tinnitus, oorsuizingen.