Wat is de betekenis van Tikker, (zelfst. naamw.)?

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tikker, (zelfst. naamw.)

m. (-s), boorkever, doodsklopper; iemand die met de machine schrijft.