Wat is de betekenis van tikkelen?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tikkelen

tikkelen - Werkwoord 1. (ov) herhaaldelijk met een korte beweging aanraken Een grasspriet tikkelde aan tegen haar neus, een vlieg mafte rustig op haar koon. 2. (inerg) herhaaldelijk tikken laten horen De regen tikkelde tegen de ruiten, de wind woei in kle...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tikkelen

(tikkelde, heeft getikkeld). 1. herhaaldelijk een zwak, doch duidelijk hoorbaar, kortdurend geluid voortbrengen: tikkelend spat in zware druppelen de dauw van ’t blad; 2. herhaaldelijk een betrekkelijk lichte slag geven: hij tikkelde zijn pijp tegen het parelmoeren asbakje; 3. herhaaldelijk aanraken.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tikkelen

tikkelde, h. getikkeld (Z.-N. [be-]stippelen); verg. tikkel.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tikkelen

('tikkələn) (tikkelde, heeft getikkeld) 1. herhaaldelijk tikken. 2. [< tik I 2] stippelen : een muur in ’t wit -.