tik
tongue in cheek
Marc De Coster (2020-2024)
(19e eeuw) (Barg.) horloge. 'Tik met bengel': horloge met ketting. • Tik, (barg.), horloge. Tik met slang = horloge met ketting. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) Tik, horloge; tik met slang, horloge met ketting. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Ba...
Wiktionary (2019)
tik - Zelfstandignaamwoord 1. een korte niet al te harde klap of schop ♢ Hij gaf een tikje tegen het venster. 2. het korte maar energieke geluid van zo'n klap of schop ♢ Je moet mijn fiets eens nakijken, ik hoor steeds een tik. tik - Wer...
Muiswerk Educatief (2017)
tik - zelfstandig naamwoord 1. zachte klap of slag ♢ hij gaf het kind een tik op haar vingers 1. ergens een tik van meekrijgen [de slechte invloed ervan ondergaan] 2. iemand een...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-ken), 1. het betrekkelijk zwak, doch duidelijk hoorbaar kortdurend geluid zoals o.a. door een lichte slag met een hard voorwerp op een hard oppervlak wordt teweeggebracht: hij zette zijn glas met een korte tik op tafel: elke tik van de klok; een tik op of tegen de deur; (coll.) de klok heeft een heldere tik;...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: