tiger
(de; -s) - sterke speler, lage handicapper. Herkomst: Eng. (tijger, geducht tegenstander) → rabbit
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) - sterke speler, lage handicapper. Herkomst: Eng. (tijger, geducht tegenstander) → rabbit
Getty Research Institute (1990)
Tiger - Steengoed uit de 16de en 17de eeuw, met name kruiken, met een opvallend vlekkerig bruin glazuur op een grijsachtige romp, dat in Engeland werd ingevoerd uit de aardewerkfabrieken langs de Rijn, met name die van Keulen. Tigerkruiken waren vaak bekleed met zilver in de vorm van een band rond de hals, en met zilver op het deksel, de voet en he...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: