Wat is de betekenis van tienmaal?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tienmaal

tienmaal - Telbijwoord 1. in (naar schatting) tien gevallen Hij heeft daar wel tienmaal aan herinnerd. Woordherkomst samenstelling van tien en maal Synoniemen tienwerf

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tienmaal

bw., tien keren : dat zal tienmaal zo lekker smaken.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tienmaal

bw. (tien-keer): hij heeft die anekdote al tienmaal verteld.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tienmaal

bw. tien keren.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tienmaal

Tienmaal - bw. tien keeren.