Wat is de betekenis van thuiskwam?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

thuiskwam

thuiskwam - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van thuiskomen ♢... dat ik thuiskwam ♢... dat jij thuiskwam ♢... dat hij, zij, het thuiskwam

Gerelateerde zoekopdrachten