theoreticus
theoreticus - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die zich met theorieën bezighoudt of deze ontwikkelt ♢ Hij is beroemd als theoreticus in dit vakgebied. Woordherkomst met het achtervoegsel -icus
Wiktionary (2019)
theoreticus - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die zich met theorieën bezighoudt of deze ontwikkelt ♢ Hij is beroemd als theoreticus in dit vakgebied. Woordherkomst met het achtervoegsel -icus
Muiswerk Educatief (2017)
theoreticus - zelfstandig naamwoord uitspraak: the-o-re-ti-cus 1. iemand die zich alleen met de theorie bezighoudt ♢ zo'n theoreticus weet niet hoe het plan in de praktijk werkt Zelfstandig naamwoord: the-o-re-ti-cus ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[VLat., van Gr. theoorètikos = bespiegelend, theoretisch] 1. persoon die de theorie van een vak of wetenschap bestudeert, een kenner van de theoretische kant van een wetenschap, kunde of kunst; 2. iemand die voornamelijk theoretisch bezig is zonder zich om de praktijk te bekommeren (tegenover een prakticus).
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(Lat.; plur. theoretici; = Gr. theörêtikós = beschouwend; subst. beschouwer, onderzoeker; theörein = toeschouwer zijn, zien, overwegen). Kenner van de theorie, iemand die zich met de theorie bezig houdt; in tegenstelling tot → empiricus of → practicus.
Jacon Kramers Jz (1948)
m. beoefenaar of kenner v. e. vak, wetenschap of kunst, die zich met de practijk niet inlaat.
M. J. Koenen's (1937)
m. theoretici (Lat. kenner of beoefenaar der theoretische zijde ener wetenschap, bespiegelaar, geen practicus).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: