Wat is de betekenis van theeleut?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

theeleut

(1949) (sch.) iemand die van thee houdt. • Doodgewone slecht gedisciplineerde theeleut. 'n Vent die zich in alle opzichten laat gaan. (De Nieuwe Stem. Jaargang 4. 1949) • Ondanks het tuimelende verbruik zijn we intussen nog altijd een volk van theeleuten. (het Vrije Volk, 05/11/1965) • Anna noemde hem zelfs een ‘theeleut&rsqu...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

theeleut

theeleut - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) iemand die wel erg veel thee drinkt Woordherkomst samenstelling van thee en leut Verwante begrippen koffieleut

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

theeleut

iemand die veel thee drinkt. Zij doen daar ook heel erg in boter en kaas; zij zijn eveneens gezellige koffie- en theeleuten en ook van de opvatting, dat ’s menschen lichaam is een tempel God’s, waarin de lamp moet branden. (De Groene Amsterdammer, 24/05/1924) Ondanks het tuimelende verbruik zijn we intussen nog altijd een volk van thee...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Theeleut

m. en v. (-en), (scherts.) iem. die veel van thee houdt.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Theeleut

v./m. (-en), (scherts.) iemand die veel van thee houdt.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)