tevoren
tevoren - Bijwoord 1. in de tijd ervoor ♢ Hij had tevoren zijn colleges goed voorbereid.
Wiktionary (2019)
tevoren - Bijwoord 1. in de tijd ervoor ♢ Hij had tevoren zijn colleges goed voorbereid.
Muiswerk Educatief (2017)
tevoren - bijwoord uitspraak: te-vo-ren 1. voor de tijd van nu ♢ we hadden hem (van) tevoren gewaarschuwd Bijwoord: te-vo-ren Synoniemen eerder, voordien, voorheen, vroeger, weleer Tegenstellingen tegenwoordig
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., 1. op een vroeger tijdstip, in een vroegere tijd : haar verlegenheid was groter dan ooit tevoren ; —met een bepaling die het verschil noemt tussen beide tijden : een jaar tevoren; 2. in verb. met van, ter uitdrukking dat men een handeling verricht met het oog op iets dat later zal gebeuren : ik waarschuw je van tevoren, dat wordt niks!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bw., op een vroeger tijdstip, eerder, in een vroegere tijd: een jaar tevoren; (in verb. met van) vooraf: ik waarschuw je van tevoren, dat wordt niks!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: