teut
onder invloed van drank; dronken; aangeschoten. Voorbeelden: 'Mijn moeder dacht dat ik de neus van mijn grootvader had, maar die had hem van de drank. Ik begin trouwens teut te worden.' Hij schenkt de glazen nog maar eens vol, de fles is nu op een bodempje na leeg. J. Bernlef, Buiten is het maandag, 2003 Zaterdagavon...