Wat is de betekenis van terugkrijgen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

terugkrijgen

terugkrijgen - Werkwoord 1. (ov) iets dat verloren of uit handen gegeven was opnieuw in bezit gegeven worden Zij hebben dat nooit meer teruggekregen. Woordherkomst samenstelling van terug(bijwoord) en krijgen(werkwoord)

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

terugkrijgen

terugkrijgen - onregelmatig werkwoord uitspraak: te-rug-krij-gen 1. weer in je bezit krijgen ♢ we krijgen het geleende geld waarschijnlijk niet meer terug 1. je gezondheid terugkrijgen [weer gezond...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Terugkrijgen

v., wer-, weromkrije.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Terugkrijgen

(kreeg terug, heeft teruggekregen), 1. wederom in zijn bezit krijgen: zijn goederen terugkrijgen ; zijn gezondheid terugkrijgen, weer gezond worden; 2. als antwoord krijgen : een slag terugkrijgen; 3. aan klein geld terugontvangen wat te veel betaald is met groter geld: ik krijg nog een gulden van je terug.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

terugkrijgen

(kreeg, kregen terug; heeft teruggekregen) 1. weer in zijn bezit krijgen: ik krijg één frank van u terug. 2. als antwoord krijgen: een snauw -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Terugkrijgen

(kreeg terug, heeft teruggekregen), 1.weer in zijn bezit krijgen: zijn gezondheid terugkrijgen, weer gezond worden; 2. als antwoord krijgen: een klap terugkrijgen; 3. aan klein geld terugontvangen wat te veel betaald is met groot.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Terugkrijgen

Terugkrijgen - (kreeg terug, heeft teruggekregen), terug ontvangen : zijne goederen terugkrijgen; zijne gezondheid terugkrijgen, weer gezond worden.