Wat is de betekenis van terpentijnpisser, terpentijnzeiker?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

terpentijnpisser, terpentijnzeiker

(1940) (scheldw.) chagrijnig, zuur persoon; ook gebruikt voor een kletskous of mopperaar. Vgl. azijnzijker*. • 'Nou,' zei de stroper, 'dat is dat maegere kereltje, een terpentainzaikertje eerste klas....' (Piet Bakker: Branding. 1940) • Terpentijnpisser, pessimist; mopperaar. (Maurits Dekker: Amsterdam bij gaslicht. 1949. Woordenlijst ac...

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

terpentijnpisser, terpentijnzeiker

chagrijnig, zuur persoon; ook gebruikt voor een kletskous of mopperaar. Vgl. azijnzijker. Terpentijnpisser, pessimist; mopperaar. (Maurits Dekker, Amsterdam bij gaslicht, 1949. Woordenlijst achteraan) As sjaggerijntje ’es mocht komme te overlijde, dan mot jij zien, dat je terrepetijnsijkertje wordt. (Piet Bakker, De Slag, 1951) Zo’n t...

Gerelateerde zoekopdrachten