Wat is de betekenis van term?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

term

term - Zelfstandignaamwoord 1. een woord of uitdrukking met een bepaalde betekenis Je moet zorgen dat je de technische termen in je tekst verklaart.

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

term

term - zelfstandig naamwoord 1. het woord voor iets ♢ 'roteren' is een technische term 1. ik heb het in bedekte termen gezegd [niet openlijk] Zelfstandig naamwoord: term ...

2024-04-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

term

(de, -en) termijn, tijd dat een dienstverband duurt, diensttijd - zijn term uitdoen, zijn tijd uitdienen ook <fig.>

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Term

[Fr. terme, van Lat. terminus = grens, doel; vgl. Gr. termoon = grens] 1 binnen bep. grenzen besloten tijd, tijdperk; (Z.N.) duur van een dienstverband, spec. van militaire dienstplicht; 2 (wisk.) elk der grootheden die opgeteld moeten worden om een som te verkrijgen; bijv.:...

2024-04-24
Grondbeginselen der sociologie

A. L. Mok en Hugo de Jager (1994)

Term

Een term is een arbitrair gekozen woord ter aanduiding van een begrip.

2024-04-24
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Term

Soms een woord of uitdrukking (‘definieer uw termen!’), soms ook objecten, dingen of personen, zoals in ‘de termen van een relatie’ (in ‘Jan bemint Joke’ zijn de personen Jan en Joke de termen van de relatie bemint).

2024-04-24
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

term

woord of combinatie van woorden waarmee een begrip of onderwerpselement uit de documentinhoud wordt aangeduid.

2024-04-24
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Term

Term Het kleinste gedeelte van een uitdrukking, waaraan een waarde kan worden toegekend.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

term

Tijd dat een dienstverband duurt, termijn; inz. bij mik: diensttijd Hij stak in militair pak, want hij diende zijn term uit. Hij moest met verlof zijn, BIJDEKERKE 1948, 58. Het leven in Kongo is duur geworden, meneer, ook voor de zwarten. Wij zijn al drie termen in dit land. Vroeger kostte zo’n pak brandhout-vis drie frank, vandaag driehonde...