ter
ter - Voorzetsel 1. samentrekking van te + der (enkelvoud w:datief|datief vrouwelijk), komt voor in staande uitdrukkingen en is met name met naamwoorden van handeling op -ing nog productief.
Wiktionary (2019)
ter - Voorzetsel 1. samentrekking van te + der (enkelvoud w:datief|datief vrouwelijk), komt voor in staande uitdrukkingen en is met name met naamwoorden van handeling op -ing nog productief.
Michel Uyen
om ter snelst lopen / om ter rapst afdrukken / om ter meest eten. (Wie het snelst kan lopen/afdrukken, het meest kan eten)
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., van tres = drie] driemaal; spec. op recepten (ter de die = driemaal daags, afk.: tot ded.).
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
op, in, na; ter sake, pas by onderwerp wat bespreek word; ter wille van, in iem. se belang; vir.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: