tempel
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
lampu témpél, soort van muurlamp; ségél témpél, plakzegel; bertémpél, 1 kleven(d), plakken; 2 grenzend (aan), belendend; menémpél, 1 kleven(d), plakkerig; 2 P klaplopen, mee(eten enz); menémpél(kan), opplakken, doen aankleven; menémpéli, 1 beplakken; plakken aan; 2 P zich hechten aan, aanhangen, meelopen met, klaplopen bij, omkopen; témpélan,...
Marc De Coster (2020-2024)
(1984) (euf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Syn.: heiligdom; yoni*. • De Taart hief haar billen even omhoog, om de dikke zilveren stroom die uit haar volle lippen weggleed onder zich in de handdoek op te vangen. Toen spreidde ze haar vingers rond haar tempel. (Jan Cremer: De Hunnen. 1984) • Ik moest wel toegeven dat Helene wel een prachtig l...
Wiktionary (2019)
tempel - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) een gebouw voor godsverering ♢ Heb je de tempel al gezien die ze hier in de buurt aan het bouwen zijn? tempel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tempelen ♢ Ik tempel 2....
Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)
Tempel des Heren, heiligdom, kerk. Al in de bijbel wordt tempel des Heren gebruikt voor een heiligdom, zie bijvoorbeeld 1 Samuël 3:3, ‘Samuël had zich te ruste begeven in de tempel des HEREN waar de ark Gods was’ (NBG-vertaling). De NBV spreekt gewoonlijk van ‘de tempel van de Heer’, of, zoals in 1 Samuël 3:3, ‘het heiligdom van de HEER’. In christ...
Muiswerk Educatief (2017)
tempel - zelfstandig naamwoord uitspraak: tem-pel 1. gebouw waarin een god wordt vereerd ♢ in de tempel hebben we gebeden Zelfstandig naamwoord: tem-pel de tempel de tempels ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: