temer
temer - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die teemt Woordherkomst Naamwoord van handeling van temen met het achtervoegsel -er
Wiktionary (2019)
temer - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die teemt Woordherkomst Naamwoord van handeling van temen met het achtervoegsel -er
J.H. van Dale (1898)
Temer - m., TEEMSTER, v. (-s), vervelende spreker, spreekster. TEMERIJ, v. vervelende, lijmerige praat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: