Wat is de betekenis van temen?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

temen

lijmerig praten of zeggen. op zeurderige toon, lijmerig praten of iets zeggen. Voorbeelden: Jenny teemde met woorden die Kees niet verstond maar die hem lieten gloeien als vanouds. Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

temen

temen - Werkwoord 1. (intr) op zeurderige toon praten

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Temen

v., teame, tieme, klieme, seamelje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Temen

(teemde, heeft geteemd), 1. zaniken, zeuren : als ze hem weg wou sturen, moest ze er maar veel over temen; 2. op zeurige, lijmerige toon spreken of zeggen : temende woorden-, ,,is hij er nog?”, teemde ze: 3. talmen, dralen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

temen

teemde, h. geteemd (klankn. slepend, lijmerig spreken; talmen): zeurig temen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

temen

(teemde, heeft geteemd) [klnb.] 1. lijmerig, slepend spreken. 2. dralen, talmen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Temen

(teemde, heeft geteemd), 1. zaniken, zeuren; 2. op zeurige, lijmerige toon spreken of zeggen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Temen

Temen - (teemde, heeft geteemd), de woorden langzaam of slepende uitspreken; talmen, dralen.