Temee
bw., 1. straks, aanstonds, zo meteen: ik kom temee ; wees zuinig met de kolen, temee zitten we weer zonder; 2. zo even, zo pas: zo temee was hij nog hier.
Van Dale Uitgevers (1950)
bw., 1. straks, aanstonds, zo meteen: ik kom temee ; wees zuinig met de kolen, temee zitten we weer zonder; 2. zo even, zo pas: zo temee was hij nog hier.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bw., 1. straks, aanstonds, meteen: ik kom temee; 2. zoëven, zo pas: zo temee was hij nog hier; 3. (gew.) nu en dan.
J.H. van Dale (1898)
Temee - bw. (gew.) straks, aanstonds : ik kom temee; zoo temee wordt zoowel in den verleden als in den toek. tijd gebezigd: zoo temee was hij nog hier.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: