Wat is de betekenis van Telganger?

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

telganger

1. algemene naam voor een dier dat in de telgang gaat; 2. damesrijpaard in de Middeleeuwen, dat op de telgang gedresseerd was; ook hakkenei genoemd.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

telganger

perd wat tegelyk albei linkerbene en daarna albei regterbene versit.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Telganger

s., telder.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Telganger

m. (-s), 1. paard dat gelijktijdig zijn beide linkerbenen, daarna zijn beide rechterbenen verzet: thans zijn in ons land geen telgangers meer; in Indië echter gebruiken de inlandse hoofden uitsluitend telgangers: 2. ben. voor dieren die bij het gaan de beide rechterof de beide linkerpoten tegelijk op de grond zetten.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Telganger

dier (inz. paard) dat bij het gaan de beide rechter- of linkerpoten tegelijk verplaatst.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

telganger

m. telgangers (paard, dat de telgang gaat).

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Telganger

→ Hakkenei.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

telganger

m. (-s) paard dat in de telgang loopt.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Telganger

m. (-s), paard of ander dier dat volgens de telgang gaat.