Wat is de betekenis van tegenstelling?

2025-11-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tegenstelling

v. (-en), 1. plaatsing, meestal in fig. zin, tegenover een andere persoon of zaak om het verschil te doen uitkomen: gewrongen tegenstellingen; in tegenstelling met, tegenover, in onderscheiding van. 2. (spraakk.) het tegenstellen (in de bet. 2.): bij zuivere tegenstelling stelt de nevengeschikte zin iets in de plaats

2025-11-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tegenstelling

tegenstelling - Zelfstandignaamwoord 1. het tegenovergestelde Woordherkomst samenstelling van tegen(bijwoord) en stelling(zelfstandig naamwoord) Uitdrukkingen en gezegden ♦ in tegenstelling tot Synoniemen antithese, contrast

2025-11-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tegenstelling

tegenstelling - zelfstandig naamwoord uitspraak: te-gen-stel-ling 1. mensen of dingen die elkaars tegenovergestelde zijn ♢ er is een tegenstelling tussen wat hij zegt en wat hij doet 1. grote tegenstellingen tussen de partijen...

2025-11-18
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Tegenstelling

(v.), → antoniem.

2025-11-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tegenstelling

s., tsjinstelling

2025-11-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tegenstelling

v. tegenstellingen (contrast; antithesis): een schrille tegenstelling; in tegenstelling met, tot, van.

2025-11-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tegenstelling

(als stijlfiguur, in de logica en in de politiek), ➝ Antithese.

2025-11-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tegenstelling

('te:gən) v. (–en) 1. Eig. het tegenstellen : er is in die brieven te veel jacht op –en; in – met, tot zijn innigste overtuiging; in scherpe, schrille – met… 2. Metn. a. Algm. het tegengestelde : hij voelde de – tussen de jeugd en hem zelf. b. Inz. woord dat het tegengestelde van een ander uitdrukt : koop i...

2025-11-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tegenstelling

v. (-en), 1. plaatsing, meestal in fig. zin, tegenover een andere persoon of zaak om het verschil te laten uitkomen: in tegenstelling met, tegenover, in onderscheiding van; 2. contrast: in met, tot, ook: afwijkend van, een verschil tonend met; 3. persoon of zaak die tegenover een andere staat.

2025-11-18
Prisma Nederlands-Spaans

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-18
Prisma NL Sranantongo

Unieboek | Het Spectrum (2025)