tegenpartij
tegenpartij - Zelfstandignaamwoord 1. de andere partij Woordherkomst samenstelling van tegen(bijwoord) en partij(zelfstandig naamwoord)
Ontvang een gratis welkomstgeschenk!
Wiktionary (2019)
tegenpartij - Zelfstandignaamwoord 1. de andere partij Woordherkomst samenstelling van tegen(bijwoord) en partij(zelfstandig naamwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
tegenpartij - zelfstandig naamwoord uitspraak: te-gen-par-tij 1. partij die in een strijd tegenover een andere partij staat ♢ de tegenpartij beweert iets heel anders 2. andere partij in een muziekstuk ...
M. J. Koenen's (1937)
v. tegenpartijen (partij of persoon, die tegen een andere is, tegenover een andere staat, tegenstander).
Jozef Verschueren (1930)
('te:gən) v. (–en) 1. Algm. partij, persoon of groep van personen die tegen een andere optreedt : de – een nederlaag toebrengen. 2. Inz. a. met betrekking tot een strijd in rechte : de advokaat der –. b. Muz. partij die tegen een andere zingt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. persoon of groep van personen die tegenover een andere persoon of groep staat, tegenstander; (recht) advocaat van de tegenpartij; 2. (muziek) partij die tegen een andere zingt: de tegenpartij kwam niet goed uit.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: