Wat is de betekenis van teef?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

teef

Het begrip teef heeft 3 verschillende betekenissen: 1) vrouwelijke hond. vrouwelijke hond, vooral een volwassen exemplaar. 2) vrouwtjesnerts als fokdier. vrouwelijk nerts dat wordt gehouden voor het fokken. 3) ergerniswekkende vrouw. vrouw die heftige ergernis, weerzin of frustratie opwekt, vooral bij een man, door onhebbelij...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

teef

(17e eeuw) (scheldw.) slechte, gemene vrouw; rotwijf. Een ‘hete of loopse teef’ is een ‘erg geile vrouw’. • Teef, v. (teven), wijfje van den hond; (fig.) slecht -, ontuchtig vrouwspersoon; (ook) kijfster. *-JE, (B. -N), o. (-s). (I.M. Calisch en N.S. Calisch: Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal. 1864) • Zij,...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

teef

teef - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) een vrouwelijke hond of vos Het is een teefje van ongeveer drie maanden. 2. (scheldwoord) een scheldwoord voor een meisje of een vrouw Hij noemde zijn vrouw soms een teef, wat wij zeer beledigend vonden....

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

teef

teef - zelfstandig naamwoord 1. vrouwtjeshond ♢ is Bello een reu of een teef? Zelfstandig naamwoord: teef de teef de teven het teefje Tegenstellingen reu

2024-04-19
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

teef

slechte, gemene vrouw; rotwijf. Sinds de zeventiende eeuw (en mogelijk vroeger). Een hete of loopse teef is een ‘erg geile vrouw’. Zie ook nog appel teef; balie teef; binladenteef; knuppelteef; pekelteef; raueteef; tikteef; zweefteef. Hier jij, hoer! Hier teef! Ik zal je! (Jan de Hartog, Gods Geuzen, 1947-1949) Ik weet het wel, jij, g...

2024-04-19
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

teef

teef - Wijfje van hondachtigen.

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

teef

het vrouwelijke dier bij vos, wolf en hond.

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

teef

teef - afkeurende benaming voor een vrouw, vaak met het bijdenkbeeld van losheid van zeden; eig. ‘vrouwtjeshond’ (vgl. voor meer namen voor vrouw, dieren die 'hoer' gaan betekenen o.a. mot, trui en de mann. tegenhanger ram). Fy heete teven. De Geest van Broer Cornelis 25 [ed. 1737].Dat is ’n loopse teef gehoord in Leiden...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

teef

vrouwelijke hond.