Wat is de betekenis van tee?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tee

(1936) (< Eng.) (golf) klein houten of plastic pinnetje waarop de bal wordt gelegd tijdens de afslag; de afslagplaats of startplaats van een hole. • Een tee is een celluloid draadnagel, die je in den grond punaist om je balletje echt engageant op een verhooginkje te zetten en het dan meteen een opselderje-weetwel te geven, dat het zoo fluit...

2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

tee

(de; -s) 1 - begrensd, kort gemaaid en meestal verhoogd gebied op een hole vanwaar men afslaat, syn. afslag: (Eng.) elevated tee, tee die aanmerkelijk hoger ligt dan de fairway 2 - houten of kunststof T-vormig pennetje dat op de afslagplaats in de grond wordt gestoken om de bal op te leggen, syn. opzetter(tje), teepeg, peg. • Een tee mag niet lange...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tee

[Eng., woordafl. onbekend] afslagplaats bij golfspel.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tee

afslagplaats bij golf

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

TEE

Trans-Europ-Express, de snelste treinverbinding in Europa, die met speciale, moderne en luxueuze treinstellen wordt uitgevoerd. Het TEE-net beslaat twintig lange trajecten, waardoor meer dan tachtig Europese steden met elkaar zijn verbonden. Voor het goederenvervoer bestaat er de TEEM, Trans-Europ-Express-Marchandises (= goederen).

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tee

1. tee: plant waarvan blare gebruik word om aftreksel te maak wat gedrink word; toebereide blare of aftreksel v/d blare. 2. teë: gekant teen; moeg vir. 3. teë-: sien ook teen-.

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tee

I. 1. doel, waarnaar een bal moet worden geslagen (geworpen); 2. aardhoopje, vanwaar de bal wordt weggeslagen [golfspel]; II. [de bal] op de tee plaatsen; III. tee off, beginnen te spelen; fig beginnen.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tee

thee; tea, namiddagthee; einen Tee veranstalten, een theevisite, een tea organiseren; sich hei einem in Tee setzen, zieh bij iem. bemind maken; im Tee sein, de gunsteling zijn (op school); boven zijn theewater zijn.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tee

m. (-ën), (gew.) teen.