Wat is de betekenis van Te hooi en te gras?

2024-04-25
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

TE HOOI EN TE GRAS

koets- en wagenmuseum, gevestigd te Poppel, juist over de grens bij Goirle; aanvankelijk gevestigd te Tilburg, waar het in 1980 startte in een pand in de binnenstad. De collectie bestaat uit koetsen, wagens, speelgoed en gebruiksvoorwerpen uit de periode 1850-1950. Er is ook een kinderboerderij aan verbonden.

2024-04-25
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Te hooi en te gras

vroeger ook bij hooi en (bij) gras, d.w.z. een enkele maal, zo nu en dan, thans bep.: op ongeregelde tijden, en ook wel zonder gedachte aan tijd: ongeregeld, zonder orde. De uitdr. dateert uit de middeleeuwen en was een tijdsbepaling voor rechtsdagen, met de betekenis: in de voorzomer (hooitijd) en in het voorjaar (in april, grasmaand), dus eig. tw...

2024-04-25
Signalement van sprekende zegswijzen

A. Houwelink ten Cate (1977)

te hooi en te gras

Te hooi en te gras betekent: af en toe, bij willekeurige gelegenheden. Weinig zouden we verwachten dat deze uitdrukking haar oorsprong vindt in de rechtspraak. Vroeger, in de dagen waarop er nog op het platteland recht werd gesproken, geschiedde dit ‘te hooi en te gras’: in het voorjaar als het gras werd ingezaaid en in de nazomer als h...

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Te hooi en te gras

Vroeger ook bij hooi en (bij) gras, d.w.z. zelden, zoo nu en dan. De uitdr. dateert uit de middeleeuwen en was eene tijdsbepaling voor rechtsdagen, met de beteekenis: in den voorzomer (den hooitijd) en in het voorjaar (in April, de grasmaand), dus eig. tweemaal 's jaars en vandaar hoogst zelden, niet dikwijls, een paar maa...

2024-04-25
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Te hooi en te gras

zelden, slechts nu en dan. Letterlijk: slechts tweemaal 'sjaars, nl. in den hooitijd (zomer) en in den grastijd (voorjaar). Op die twee tijden hadden in de middeleeuwen de gewone rechtszittingen plaats.

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Te hooi en te gras

vroeger ook bij hooi en (bij) gras, d.w.z. een enkele maal, zo nu en dan, thans bep.: op ongeregelde tijden, en ook wel zonder gedachte aan tijd: ongeregeld, zonder orde. De uitdr. dateert uit de middeleeuwen en was een tijdsbepaling voor rechtsdagen, met de betekenis: in de voorzomer (hooitijd) en in het voorjaar (in april, grasmaand), dus eig. tw...

2024-04-25
Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Te hooi en te gras

Dat is, nu en dan, maar zelden. ’t Is ontleent van de beesten, die of hooi, of gras eeten. Zo word het gantsche jaar in twee tyden verdeelt. Dus zegt men van een Zuurmuil: Hy lacht te hooi en te gras, dat is goelykjes tweemaal ‘s jaars.