Wat is de betekenis van taxis?

2024-04-19
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

taxis

taxis - 1. Handeling die volgens oriënterende prikkels het verloop van een complex gedrag richt. Deze component is zeer veranderlijk in verge¬lijking met de stereotiepe vorm van het inwendig gefixeerd patroon en wordt voortdurend opnieuw bepaald door uitwendige prikkels. 2. Beweging naar of weg van een prikkel.

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Taxis

[Gr. taxis = opstelling, positie] door een prikkel gerichte beweging van vrijlevende cellen of organismen.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Taxis

het bewegen van een levend organisme onder invloed van een prikkel

2024-04-19
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

taxis

(G., = ordening, bepaalde plaats), beweging van geheel organisme of deel ervan naar de prikkel toe (positief) of daar vanaf (negatief). Naar de aard van de prikkel onderscheidt men: reotaxis, instelling en beweging t.o.v. stroomrichting, waardoor ongewenste verplaatsing wordt tegen gegaan (zeenaaktslakken die zich vooral voeden met een bepaalde an...

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Taxis

term van beweging van organisme, gericht door een prikkel.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Taxis

is de Ned. naam voor Taxus.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taxis

(Gr.) v., (biol.) beweging van vrijlevende organismen of cellen, gericht door een prikkel.

2024-04-19
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

taxis

taxis, repositie van een ingewandsbreuk.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taxis

m. taxissen (Lat. taxus: vergiftige, tot de coniferen behorende, heesterachtige naaldboom; Lat. taxus baccata).