Wat is de betekenis van Tastzin?

2024-03-29
Lexicon antroposofie

Henk van Oort (2010)

Tastzin

Door middel van dit zintuig leert de mens de grenzen van het eigen lichaam kennen. Elke tastervaring is een soort anker, waarmee het ‘ik’ zich in het eigen lichaam verankert. Door met de tastzin in aanraking te komen met de buitenwereld ervaart de mens dat hij is afgezonderd van die buitenwereld.

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

tastzin

Zie (ook) zintuigen

2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

tastzin

het vermogen om tast- en drukprikkels waar te nemen. De prikkels worden ontvangen door zeer fijne zenuwtakjes in de huid. Hoe dichter deze waamemingspunten opeenliggen, des te fijner is het tastgevoel. De tastzin is het best ontwikkeld in de punt van de tong, de lippen en de vingertoppen. Bij blinden is de tastzin bijzonder ontwikkeld.

2024-03-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

tastzin

vermogen voor waarneming van directe aanraking van voorwerpen, waarbij de prikkel een plaatselijke vervorming van de huid is; reeds aanwezig bij eencellige dieren. Vaak zetelend in al of niet beweeglijke uitsteeksels. Tastsprieten (geleedpotige dieren); lange snorharen (zoogdieren, nachtdieren). Deze zorgen voor waarneming op „afstand”,...

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Tastzin

het gevoel voor zachte aanrakingen (tactiele prikkels) belangrijk ook voor het uitvoeren van fijne bewegingen, onderdeel van de gnostische sensibiliteit.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tastzin

m. het vermogen om tast- of gevoelsindrukken waar te nemen.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Tastzin

het vermogen om tast- of gevoelsindrukken waar te nemen. Tastorganen zijn huidcellen, die met een zenuwvezel in verband staan. Vooral aanwezig in vingertoppen, bij vele dieren aan de snuit, aan tentakels* en tastharen (kat).

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tastzin

m. (de vijfde zin, het gevoel).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tastzin

(biol.). Onder t. wordt het vermogen verstaan om tast- of gevoelsindrukken waar te nemen. Feitelijk zijn te onderscheiden de eigenlijke tast- of drukzin, de temperatuurzin (te onderscheiden in koude- en warmtezin) en de pijnzin. De organen, waarmede deze verschillende prikkels worden opgenomen worden overeenkomstig tast-, temperatuur- en pijnzintui...