Wat is de betekenis van tasten?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tasten

(1980+) (jeugd) onzin praten; bazelen. Kijk ook onder tast*. • Tasten: onzinnig praten, tegen de muur staan praten. 'Hij stond daar toch te tasten! Niemand luisterda naar hem.' (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989) • tasten: bazelen: 'wat staat die eppo weer te tasten!...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tasten

tasten - Werkwoord 1. waarnemen door aanraking 2. door voelen onderzoeken 3. raken of treffen (figuurlijk) 4. de hand bewegen om iets te zoeken 5. in onzekerheid zoeken tasten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van tassen ♢Wij tasten ♢Jullie tasten...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tasten

tasten - regelmatig werkwoord uitspraak: tas-ten 1. vastpakken met je hand ♢ hij tastte hem in zijn kruis 2. ergens met de vingertoppen overheen gaan om te voelen hoe het is ♢ je kunt het herken...

2024-04-25
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

tasten

tasten - op erotische wijze betasten, ‘voelen’, Welkoom! welkoom kermisgasten! Zijn je wyven slechts wat graeg, Die niet vreesen voor het tasten, Ja al tast men schoon wat laeg, Amst. Sonne-schyn B 4 r° [1639]. Glasschrift, Gelyk een Mol, Kruipt in zyn hol Tot wroeten geboren; Zo is een gast, Die garen tast De Meisjes van voren, Kod...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tasten

v., taeste; -d gaan, waerje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tasten

(tastte, heeft getast), 1. (overg.) door aanraking iets voelen, ’t bestaan of de aanwezigheid er van constateren, de hoedanigheid er van leren kennen enz.: ge kunt het zien en tasten; een leugen kunnen voelen en tasten, licht bespeuren. 2. (overg.) door voelen onderzoeken: de pols tasten; — onderzoeken. 3. (overg.) aan all...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tasten

tastte, h. getast (1 door aanraking iets voelen, het bestaan constateren, de hoedanigheid er van leren kennen ook fig.; 2 met lijd. voorwerp en in: grijpen, vatten inz. oneig.; 3 de hand door de lucht, langs een voorwerp enz. bewegen om iets te zoeken, soms met het bijdenkbeeld van onzekerheid; 4 de hand uitstrekken, reiken, grijpen): 1. dat kan me...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tasten

('tastən) (tastte, heeft getast) [Ofr. < Lat. taxare, Intens. van tangere, aanraken] 1. aanraken, aanvatten, (be)voelen : tast dat eens. 2. licht bespeuren : je kunt die leugen voelen en -. 3. met de handen zoeken om het te grijpen : in zijn zak-; naar iets -. ➝ boezem. 4. treffen : iemand in zijn eer, zijn zwak -.