Wat is de betekenis van Tarnen?

2024-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Tarnen

verhullen; camoufleren, vermommen; getarnt, (ook) verkapt.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tarnen

(tarnde, heeft getarnd), tornen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tarnen

('tarnən) (tarnde, heeft en is getarnd) bijvorm van tornen.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tarnen

Tarnen - (tarnde, heeft getarnd), tornen.

2024-03-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Tarnen

Tarnen, bw. ow. gel. zie TORNEN.