Wat is de betekenis van tante betje?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

tante Betje

1) (1917) (inf.) slordige schrijfstijl; onjuiste analogie: inversie van onderwerp en gezegde in een nevengeschikte zin. Bespot door de Nederlandse letterkundige Charivarius (pseudoniem van Gerard Nolst Trenité ). De benaming werd door hem gelanceerd in 'De Nieuwe Amsterdammer' van 10 november 1917 in zijn rubriek 'Charivaria'. • De fou...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tante betje

tante betje - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) stijlfout; foutieve inversie van onderwerp en werkwoord in samengestelde zinnen Zijn brief stond vol tante betjes.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tante betje

aanduiding voor een op het gebied van de inversie vaak gemaakte fout, b.v.: ik kom morgen op het kantoor en hoop ik u daar te ontmoeten (in plaats van en ik hoop u ...). De aanduiding van de tante-Betjestijl is afkomstig van de Ned. letterkundige G.J.Nolst Trénité.