tante
1) (18e eeuw) (inf.) vrouw. Reeds bij Huizinga en andere spreekwoordenboeken: 'een lastige tante': een lastig vrouwspersoon. • Je haalt me onmiddellijk die tante van boord. (Piet Bakker: Vrouw aan boord. 1938) • Een gangstervrouw, die ziet hij meteen voor zich – hij heeft weleens foto’s gezien uit de jaren twintig: harde tant...