Wat is de betekenis van Talon?

talon - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) rand als versiering met een doorsnee die boven half bol en van onder half hol is 2. (muziek) uitstekende deel onderaan een strijkstok 3. (economie) bewijs dat recht geeft op een nieuw couponblad wanneer alle coupons die bij een aandeel of obligatie horen zijn gebruikt 4. (kaartspel) de verza...

Talon - (Fr.) papierstrook onder aan de couponbladen van effecten, die in­ geleverd moeten worden om een blad met nieuwe coupons te kunnen krijgen.

Talon is onderdeel van een couponblad waarvan bij inlevering een nieuw couponblad wordt uitgereikt. Dit geld ook voor dividendbladen.

talon - Onderdeel van een klassiek effect, ofwel K-stuk. Het is een papieren bewijs dat men de bezitter is van het betreffende effect en het geeft recht op een nieuw dividendblad of een nieuw couponblad als alle eerder verstrekte coupons zijn gebruikt.

[Fr. = eig.: hiel, van Lat. talus = knokkel, enkel] 1 (kaartspel) stok; 2 strook aan couponblad dienend als bewijsmiddel ter verkrijging van nieuwe coupons; 3 onderstuk van strijkstok.

deel van een effect; sierlijst (bouwk.); de overgebleven kaarten (kaartsp.)

de na het geven overschietende kaarten; stok; stok- of koopkaarten; het bij een effect gevoegd bewijs, op vertoon waarvan nieuwe dividendcoupons worden afgegeven

hiel, hak, achterlap; overblijvend stuk v. iets dat aangesneden is; strook, waarlangs wordt afgescheurd, talon; stok [v. kaarten]; talon, holle lijst; hiel [v. scheepskiel]; slof [v. strijkstok]; talon de souche, talon [v. couponblad]; un talon rouge, een edelman, een aristocraat; montrer (tourner) les talons, de hielen lichten; serrer les talons,...

1. klauw; 2. stok, talon.