Wat is de betekenis van Talk?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

talk

talk - Zelfstandignaamwoord 1. (mineraal) een zacht, wit en poedervormig mineraal, een fylosilicaat met de chemische formule H2Mg3(SiO3)4 of Mg3Si4O10(OH)2. Zij gebruikte wat talk toen zij de baby een schone luier...

2024-04-23
Internet woordenboek

Ensie (2001)

talk

UNIX-programma dat gebruikers in staat stelt direct met elkaar te communiceren via het toetsenbord. Zie ook: talk-daemon.

2024-04-23
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

talk

1. ook ongel genoemd, de tamelijk vaste vetmassa die door uitsmelten uit het vetweefsel van runderen of schapen wordt verkregen; het dient als spijsvet of voor de bereiding van margarine, zeep en kaarsen; 2. speksteen, een mineraal dat bestaat uit magnesiumsilicaat; het voelt vettig aan, is week en meestal kleurloos tot lichtgroen. Talk wordt gebru...

2024-04-23
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

talk

dierlijk vet, door smelten verkregen uit ruw vet; talkpoeder is fijngemalen speksteen, een zuurmagnesiumsilicaat dat sporen mangaan en ijzer bevat; strooipoeder.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

talk

harde vet; soort gesteente.

2024-04-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Talk

1. Zeer zacht mineraal, dat tot de silicatengroep behoort. Het is bladerig, heeft een lichtgroene kleur en voelt vettig aan. Chem. formule Mg3Si4O10.(OH)2. Een dichte, onzuivere vorm van talk is speksteen. T. komt voor in enige metamorphe gesteenten. Het wordt o.a. gebruikt in de papier- en textielindustrie, in strooi- en gezichtspoeders, kleurkrij...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Talk

s., talk, ongel.

2024-04-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

talk

I. praten, spreken, redekavelen; now you are talking!, dat laat zich horen!; talk big, grootspreken, opsnijen; II. praten, spreken; spreken over, het hebben over; talk (scandal), kwaadspreken; III. talk oneself hoarse, zich hees praten; talk oneself out, uitgepraat raken; talk about, praten over, bepraten; talk at one, het in zijn gesprek op ieman...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Talk

I. TALK v., 1. vet van sommige dieren, in de eerste plaats runderen en schapen: kaarsen werden vroeger van talk gemaakt; 2. vet dat de huid afscheidt; huidsmeer; 3. in samenst. als talkbes, talkboom, talkhout: vet van planten. II. TALK (<Arab.), v., (delfst.) een waterhoudend magnesiumsilicaat, glanzig en vettig op het gevoel,...