Wat is de betekenis van taling?

2024-04-20
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Taling

Zie Tale

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taling

taling - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) een klein soort eend In Nederland worden regelmatig twee soorten talingen waargenomen.

2024-04-20
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

taling

Klein vederwild. Een soort eend en komt in twee soorten in de natuur en in de handel voor, te weten: a. Zomertaling en wordt ook wel ‘schiertaling’ genoemd en is verkrijgbaar in juli tot augustus. b. Wintertaling en wordt ook wel ‘krik’ genoemd en is verkrijgbaar van september tot januari. ​

2024-04-20
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Taling

Gemeenschappelijke N naam voor de twee kleinste soorten Grondeleenden, de Wintertaling Anas crecca en de Zomertaling Anas querquedula ←. Bij uitbreiding later ook voor andere, uitheemse kleine Anas-soorten, zoals de Bronskoptaling ← en Siberische Taling ←; reeds bij Houttuyn 1763 "Graauwe Taling" voor Linnaeus' "A...

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Taling

kleine eend

2024-04-20
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Taling

m -> Tale (Fri.).

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Taling

kleine eendsoort

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Taling

s., tjilling, tsjilling.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taling

m. (-en), geslacht van kleine inheemse eenden (Querquedula), vrij algemeen in vijvers en moerassen aangetroffen; (spr.) een taling uitzenden om een eendvogel te vangen, een kleinigheid wagen om een groot voordeel te behalen.