Wat is de betekenis van tactvol?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tactvol

tactvol - Bijvoeglijk naamwoord 1. met veel tact Woordherkomst samenstelling van tact en vol Antoniemen tactloos

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tactvol

tactvol - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: tact-vol 1. met een voorzichtige aanpak ♢ Derek is altijd heel tactvol Bijvoeglijk naamwoord: tact-vol ... is tactvoller dan ... het tactvolst...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tactvol

bn. bw., veel tact hebbend of daarvan getuigend ; met veel tact: een tactvol beleid; tactvol te werk gaan.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tactvol

Tactvol - bn. vol tact; een tactvol beleid.