Wat is de betekenis van tactloosheid?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tactloosheid

tactloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het tactloos zijn De tactloosheid van de bestruuder zorgde ervoor dat hoewel hij best goede indeëen had zijn plannen toch niet werden uitgevoerd. Woordherkomst afgeleid van tactloos met het achtervoegsel -heid

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tactloosheid

v. (...heden).