tactisch
tactisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. de beschikbare middelen op doeltreffende wijze inzettend ♢ Dat was een erg tactische zet van hem. Woordherkomst afgeleid van tact met het achtervoegsel -isch Antoniemen ontactisch
Wiktionary (2019)
tactisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. de beschikbare middelen op doeltreffende wijze inzettend ♢ Dat was een erg tactische zet van hem. Woordherkomst afgeleid van tact met het achtervoegsel -isch Antoniemen ontactisch
Muiswerk Educatief (2017)
tactisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: tac-ties 1. op een weloverwogen manier ♢ hij gaf een tactisch antwoord, zodat hij haar niet beledigde 1. een tactische zet [een slimme zet] ...
drs. Toine van Hoof (2017)
Passend in een bepaalde tactiek. Het bieden van een kleur waarin men in een beoogd contract liever geen uitkomst wil, kan als ‘tactisch’ gekenmerkt worden. Zie ook: psych
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Gr. taktikos, zie tacticus] (mil.) de tactiek betreffend; met overleg, met tact, met beleid; tactische wapens, wapens (o.a. lichte kernwapens) die worden ingezet tegen militaire objecten; tegenover strategische wapens.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Hd.), 1. bn., tot de tactiek behorende: tactische wetenschappen; tactische omstandigheden, opmarsen, punten; tactische eenheid, compagnie (voor de infanterie), eskadron (voor de cavalerie) en batterij (voor de artillerie); 2. bw., op een wijze die in overeenstemming is met de tactiek, bep. die getuigt van een goede tactiek : tactisch te werk...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: