Wat is de betekenis van Tactiek?

tactiek - Zelfstandignaamwoord 1. een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken ♢ Hij heeft een goede tactiek, zeg! 2. (militair) leer van de gevechtsvoering Verwante begrippen tacticus, strategie, politiek

Manier waarop men te werk gaat bij het bieden en spelen om het optimale resultaat te behalen. De ‘tactiek’ is meestal afhankelijk van de wedstrijdvorm, de stand van de wedstrijd en de kracht van de tegenstanders. Zo is het in viertallen doorgaans een goede tactiek om scherpe kwetsbare manches te bieden, terwijl dat in een parenwedstrijd doorgaans o...

tactiek - zelfstandig naamwoord uitspraak: tac-tiek 1. goed doordacht plan om een doel te bereiken ♢ de tactiek van het leger was om de vijand eerst te ontwapenen 1. veranderen van tactiek [het and...

Tactiek is het door coaches en/of spelers doordachte manier van spelen in balbezit, niet-balbezit en in de omschakeling om ervoor te zorgen, dat het doel wordt bereikt.

(de; -en) SP - manier waarop de sport(st)er in een wedstrijd enz. te werk gaat om de overwinning te behalen, vaak met een wedstrijdplan (strategie) door de coach uitgestippeld.

(de; -en) SP 1 - manier waarop men in een wedstrijd, koers enz. te werk gaat om de overwinning te behalen, wedstrijdplan, wedstrijdtactiek (door de trainer uitgestippeld). 2 - aan de omstandigheden aangepaste wijze van doen om een bepaald (sport)doel te bereiken: dat is niet de juiste tactiek; van tactiek veranderen; een tactiek wijzigen, aanpassen...

Strategie (planmatig of bewust gedrag) om een overwinning te behalen.

[Fr. tactique, Gr. ta taktika = krijgstactiek] (mil.) krijgsbeleid; toepassing van de gegeven omstandigheden om doel te bereiken, wijze waarop men te werk gaat, beleid.

(marketingtactiek) Kortetermijn-, adaptieve actie (ten opzichte van een bepaalde gebeurtenis in de omgeving) gericht op het bereiken van kortetermijndoelen (voor een instrument of functie). Zie ook: strategie.