Wat is de betekenis van taart?

Het begrip taart heeft 4 verschillende betekenissen: 1) rond zoet gebak met vulling. lekkernij die wordt gemaakt van gezoet deeg, gecombineerd met bv. slagroom, chocola, vruchten en jam, die meestal een ronde vorm heeft waar vanuit het midden punten van gesneden worden en die vaak bij feestelijke gelegenheden gegeten wordt; ook: een bepaalde...

1) (1937) (scheldw.) (meestal voorafgegaan door ouwe) opgezette vrouw op leeftijd. In het Zuid-Nederlands hoort men ook 'onnozele' en 'vuile' taart. In het Engelse slang betekent 'tart': immorele vrouw. In het Frans wordt 'tarte' gebruikt voor een lelijk, nors of vervelend persoon (man of vrouw). • ‘'t Moest verboden worden, dat zulke ta...

taart - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) cirkelvormig gebak, gemaakt van deeg en afgewerkt met slagroom, vruchten of marsepein 2. (scheldwoord) (veelal oudere) vrouw Woordherkomst van het Oudfranse tarte

taart - zelfstandig naamwoord 1. koek met slagroom of andere zoete vulling ♢ zij sneed de slagroomtaart in stukken Algemene uitdrukkingen: 1. een oude taart [oude, ouderwetse vrouw] Zelfsta...

Algemene benaming voor z.g. ‘groot gebak’. Wordt meestal gevuld of gegarneerd met slagroom, crème, vruchtenmoes, vruchten, noten e.d. Taart kan men soms ook aanduiden met ‘feestgebak’.

(meestal voorafgegaan door ouwe) gezette vrouw op leeftijd. In het Zuid-Nederlands hoort men ook onnozele en vuile taart. In het Engelse slang betekent tart ‘immorele vrouw’. In het Frans wordt tarte gebruikt voor ‘een lelijk, nors of vervelend persoon’ (man of vrouw).Met z’n allen hebben we die ouwe taart op der kop g...

(de, -en) - iemand een taart geven, iemand een klap geven, iemand een draai om zijn oren geven.

Zie ‘Gebak’.

zie Gebak.