Wat is de betekenis van Taanhuis?

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taanhuis

o. (...zen), huis waarin men taan bereidt en daarmee verft.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taanhuis

o. taanhuizen (werkplaats v. d. taander).

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

taanhuis

('ta:n) o. (...huizen) huis, werkplaats van de taander.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Taanhuis

Taanhuis - o. (...zen), huis waarin men taan bereidt, daarmede verft; ...KETEL, m. (-s), ketel waarin de taan gekookt wordt; ...KLEUR, v. bleekroodachtige kleur.

Gerelateerde zoekopdrachten