Taalschat
m., de gezamenlijke uitdrukkingsmiddelen van een taal.
M. J. Koenen's (1937)
m. (de gezamenlijke uitdrukkingswijzen, woorden en uitdrukkingen, synoniemen, zegswijzen, spreekwoorden enz. ener taal).
Jozef Verschueren (1930)
('ta:l) m. 1. Eig. gezamenlijke woorden, uitdrukkingen, zegswijzen, spreekwoorden enz. van een taal. 2. Metn. boek waarin die opgetekend zijn.
J.H. van Dale (1898)
Taalschat - m. rijkdom aan woorden en uitdrukkingen eener taal; boek waarin de gansche rijkdom opgeteekend is; ...SCHIKKING, v. (w. g.) rangschikking der woorden, constructie; ...STAM, m. (-men), eene groep talen uit eene grondtaal voortgekomen: de Indo-Europeesche taalstam; ...STUDIE, v. (-s), studie van ééne of meer talen; ...TAK...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: