Wat is de betekenis van taalmaatje?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

taalmaatje

iemand die helpt met de taal. iemand die een niet-moedertaalspreker van een taal helpt om zich die taal goed eigen te maken door er geregeld langs te gaan, over allerlei alledaagse zaken te praten, te helpen met het invullen van formulieren en met het bezoeken van officiële instanties, met als doel dat de niet-moedertaalspreker zich ste...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

taalmaatje

(2017) (inf.) taalcoach; iemand die mensen met onvoldoende kennis van het Nederlands helpt. • Als Taalmaatje laat u mensen oefenen met de door hen opgedane kennis van de Nederlandse taal.(www.hartvoorwoerden.nl, 13/07/2017) • Grapjes, plagerijtjes en tussendoor ook veel uitleg. Ahmad, Habtom, Simone en Jouke lijken al jaren bevriend, maa...

2024-04-20
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

taalmaatje

iemand die een niet-moedertaalspreker van een taal helpt om zich die taal goed eigen te maken door er geregeld langs te gaan, over allerlei alledaagse zaken te praten, te helpen met het invullen van formulieren en met het bezoeken van officiële instanties, met als doel dat de niet-moedertaalspreker zich steeds beter leert te redden in de taal...