taalkunde
taalkunde - Zelfstandignaamwoord 1. (wetenschap) wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft Woordherkomst samenstelling van taal(zelfstandig naamwoord) en kunde Synoniemen linguïstiek, taalwetenschap
Wiktionary (2019)
taalkunde - Zelfstandignaamwoord 1. (wetenschap) wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft Woordherkomst samenstelling van taal(zelfstandig naamwoord) en kunde Synoniemen linguïstiek, taalwetenschap
Muiswerk Educatief (2017)
taalkunde - zelfstandig naamwoord uitspraak: taal-kun-de 1. bestudeert de manier waarop talen in elkaar zitten ♢ grammatica is onderdeel van de taalkunde Zelfstandig naamwoord: taal-kun-de de taalkunde
L.J.M. Bogaert (2007)
(v.), → linguïstiek; descriptieve ~ deelgebied van de taalkunde die de beschrijving verzorgt van talen; dat wil zeggen de regels in kaart brengt van het systeem van hiërarchisch geordende subsystemen waaruit natuurlijke talen bestaan; synchronische ~ stroming in de taalwetenschap waarbij taalkundig onderzoek wordt gedaan naar de aar...
Winkler Prins (1949)
aanduiding voor het geheel der wetenschappen die taal tot voorwerp van studie hebben; ook spec. aanduiding voor linguistiek, die taal in het algemeen en haar wezen bestudeert.
Redactie Anton Reichling S.J. en J.S. Witsenelias (1947)
Taalkunde (de nederlandse taal): 1.Het Nederlands is een Westgermaanse taal, die gesproken en geschreven wordt in Nederland, een groot deel van België, en zich ook buiten Europa verbreid heeft. Wij verstaan daaronder zowel de algemene taal als de streektalen. De benaming Nederlands dagtekent eerst uit de 16de eeuw. Daarvóór noemd...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: