Wat is de betekenis van supermarkt?

zelfbedieningswinkel. zelfbedieningswinkel, meestal een vrij grote, waar allerlei artikelen worden verkocht, bijvoorbeeld voedingsmiddelen als groente, fruit en vlees, en huishoudelijke artikelen. Voorbeelden: Misschien werd er met het oog op de wekelijkse gang naar de supermarkt met vereende krachten aan een boodschappenlijstje gewe...

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels, maar Nederlands

supermarkt - Zelfstandignaamwoord 1. (handel) een relatief grote zelfbedieningswinkel waar voedingsmiddelen en huishoudelijke artikelen worden verkocht Woordherkomst afgeleid van markt met het voorvoegsel super- Synoniemen warenhuis Verwante begrippen grootgrutter, bouwmarkt, magazijn

supermarkt - zelfstandig naamwoord uitspraak: su-per-markt 1. grote zelfbedieningszaak met levensmiddelen ♢ Albert Heijn is een supermarkt Zelfstandig naamwoord: su-per-markt de supermarkt ...

Bijna driekwart van alle wijn in Nederland wordt daar verkocht.

Zelfbedieningswinkel in de levensmiddelenbranche met een oppervlakte van meer dan 400 m2.

supermarkt - Grote detailhandelswinkels met zelfbediening waar voedsel en huishoudelijke goederen worden verkocht.

Populaire zelfbedieningswinkel met een breed en vrij diep assortiment levensmiddelen, aangevuld met een smal en ondiep assortiment non-foodproducten, waar klanten bij de versafdelingen persoonlijk worden geholpen en kersenpff via centrale kassa’s bij de uitgang afrekenen.

moderne zelfbedieningswinkel met zeer ruim assortiment, vaak niet meer alleen behorend tot één branche, doch bijv. levensmiddelen, kleding en elektrotechnische artikelen in dezelfde verkoopruimte.