Wat is de betekenis van superieur?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

superieur

superieur - Zelfstandignaamwoord 1. (militair) iemand van hogere rang in een organisatie, baas, chef, meerdere Zijn superieuren waren daar niet tevreden mee. 2. letter of cijfer boven de regel superieur - Bijvoeglijk naamwoord 1. van hogere status of kwaliteit ...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

superieur

superieur - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord uitspraak: su-pe-ri-eur 1. zeer goed ♢ dat is wijn van superieure kwaliteit 2. sterker dan 'goed' ♢ dit merk is superieur aan alle andere...

2024-04-23
Verklarend woordenboek Wijnetiketten

Douwe Brongers & Martijn Lutjenhuis (2011)

Supérieur

(F) Letterlijk: top of veel beter. Wordt als term wel gebruikt om aan te geven dat deze wijn van een goede kwaliteit is.

2024-04-23
Eerste hulp bij wijn begrippenlijst

Harold Hamersma (2005)

supérieur

Wijn met een iets hoger alcoholpercentage. Smaakt maar al te vaak inferieur.

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Superieur

[Fr. supérieur, van Lat. superior = vergrotende trap van superus = wat boven is; zie summa] I zn overste, meerdere, hogere in rang; II bn voortreffelijk; hoger, meer, beter; (van drukletter) boven aan de regel gezet.

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Superieur

voortreffelijk; hoger; uitstekend; meerdere

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

superieur

meerdere in rang; hoer, meerder.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Superieur

voortreffelijk

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Supérieur

I. hoger, groter, beter (à dan); superieur, uitstekend, voortreffelijk; bovenste, boven-; opperste, opper-; ennemi supérieur (en nombre), overraachtige vijand; être supérieur à, verheven zijn boven; être supérieur à qn. en (par, pour) qc., iem. in (door) iets de baas zijn, overtreffen; II. sup&e...