Wat is de betekenis van sujet?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sujet

sujet - Zelfstandignaamwoord 1. onguur persoon 2. volgorde van gebeurtenissen in het verhaal

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sujet

[Fr. = onderdaan, van Lat. subjectum; zie subject] vent, kerel (bijv. een raar sujet).

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sujet

kerel

2024-04-25
ABC van het Ballet encyclopedie

Rina Barbier (1977)

Sujet

Term uit de hiërarchie van het balletgezelschap van de Parijse Opera. Grand sujet komt overeen met solist, petit sujet met demi-solist.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sujet

vabond, slegte mens.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sujet

persoon (of zaak) in kwestie, vaak in ongunstige zin; mauvais sujet: slecht mens

2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Sujet

I. onderworpen; blootgesteld, onderhevig (à aan); verslaafd (aan); geneigd (tot); être sujet à caution, niet te vertrouwen (verdacht) zijn; être sujet à l'heure, geen meester van zijn tijd zijn, aan tijd (aan een uur) gebonden zijn; sujet à bien des inconvénients, verbonden met veel bezwaren; &eci...

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Sujet

sujet; voorwerp; onderwerp.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sujet

(<Fr.), o. (-ten), 1. persoon of zaak waarmee men zich bezighoudt, waarvan men gebruik maakt enz.: verschijnselen van hypnose, die zij bij de eerste sujetten gevonden hadden; 2. persoon in wie een zekere eigenschap aanwezig is; bijna altijd met een ongunstig attribuut : een gemeen sujet; een verlopen sujet; — vand. ook zond...