Wat is de betekenis van stuur?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

stuur

Het begrip stuur heeft 5 verschillende betekenissen: 1) stuurwiel van een voertuig. stuurinrichting van een voertuig met een meestal cirkelvormige, aan de stuurkolom bevestigde handgreep die de bestuurder in de gewenste stand draait om de rijrichting via een overbrengingssysteem door te geven aan de wielen; stuurwiel van een voertuig. 2)...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stuur

(1919) (zeem.) stuurman. • ‘Alles in orde, Stuur?’ vroeg hij aan den jongen schipper, die met zes matrozen en een matroos-kok de bemanning van de ‘Quo vadis’ uitmaakte. (C.J. Kieviet: Een dozijn Hollandsche jongens. 1919) • ‘De opperstuur is met de Bruinvis mee. En de onderstuur ligt in zijn kooi. (Johan Fab...

2024-03-29
Formule 1

Mischa Bijenhof (2022)

Stuur

Het stuur van een Formule 1-auto dient niet alleen om te sturen. Het is ook het instrumentenpaneel én de boordcomputer. Decennialang was in een Formule 1-auto het stuur gewoon een stuur. Een rond, later wat afgeplat ding dat als enige functie het besturen van de auto had. Eind jaren tachtig kwamen de semi-automatische versnellingsbakken in o...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stuur

stuur - Zelfstandignaamwoord 1. een hulpmiddel waarmee een bestuurder richting kan geven aan een voertuig De politie vond bloedsporen op het stuur van de auto. stuur - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sturen ♢ Ik stuur...